Tien regels voor goed contact tussen honden en kinderen(ook voor volwassenen)

Elke hond kan bijten, hoe kindvriendelijk hij ook is. Als je op een verkeerde manier met hem omgaat, kan het fout gaan. Om dat te voorkomen is het belangrijk dat ieder kind leert wat er kan - en wat er juist niet kan - in de omgang met honden.
Ook kinderen die zelf geen hond hebben, want honden kom je overal tegen. Deze tien gouden regels vormen een goede basis voor een veilige omgang met honden:

  1. Omhels een hond nooit: De hond kan zich gevangen voelen en zich willen verdedigen. Ook als het je eigen hond is, kan dit gebeuren.
  2. Vraag eerst of je de hond mag aaien: Niet alle honden vinden het prettig om geaaid te worden.
  3. Ren niet op een hond af, en ren niet van een hond weg: De hond kan zich bedreigd voelen als jeop hem afrent. Als je wegrent, kan hetzijn dat hij (vaak als spel) de achtervolginginzet. Blijf stilstaan als je schriktvan een hond, en kijk omhoog of naar
    de grond. Houd je handen tegen je lijf.
  4. Staar een hond niet aan: Aanstaren kan voor een hond als een uitdaging of een bedreiging gezien worden. Knipper met je ogen als je naar hem kijkt, of kijk even de andere kant op.
  5. Ga niet onder of op de hond liggen:  Als je onder de hond ligt, kan hij zich de baas gaan voelen. Bovendien is je gezicht
    dan erg dicht bij zijn tanden. Als je óp de hond gaat liggen, kan dat hem pijn doen en wil hij zich misschien verdedigen.
  6. Laat een hond met rust als hij eet of slaapt: De hond zal zijn voerbak of kluif willen verdedigen, dus stoor hem niet bij het eten. Als een hond slaapt en plotseling wakker schrikt, kan hij happen.
  7. Kom niet in de mand of bench: Die plek is van de hond, hij moet zich daar veilig voelen en zich er rustig kunnen terugtrekken. Als je met hem wil spelen, roep hem dan zodat hij naar jou toekomt!
  8. Aai niet over de kop van een hond:  Aai liever over zijn borst, buik of onder zijn hals of buik. Veel honden vinden aaien over de kop niet prettig. Het kan zijn dat ze schrikken of denken dat je de baas wil spelen.
  9. Doe geen trek- of stoei spelletjes met een hond: Een hond gebruikt daarbij zijn tanden, en dat kan fout gaan. Bovendien merkt hij snel dat hij sterker is dan een kind, waardoor hij de baas kan gaan spelen.
  10. Vraag een volwassene om hulp bij problemen: In de ogen van een hond staat een kind onder hem in rang, dus als een kind hem terechtwijst zal hij dat misschien niet accepteren.

 

 

bron: hondenwijzer.nl