Kinderen en de hond

Laat kleine kinderen nooit alleen met uw hond. Als hij zich aangevallen of in het nauw gedreven voelt, zal zelfs de liefste hond (letterlijk) van zich afbijten. Stelt u zich eens voor dat uw kleine peuter in uw afwezigheid de hond in het oor schreeuwt, zich aan zijn oor omhoog trekt, over de hond heen kruipt en hem met een speeltje op zijn kop slaat; of dat uw baby nieuwsgierig zijn vingertje in zijn neus, ogen of oren stopt. Als uw hond hierop al niet reageert en zich, moe van alle pesterij, tenslotte terugtrekt in zijn mand (zijn veilige plaats), kan het ook nog gebeuren dat uw kleine hummel vrolijk achter hem aan rent, niet begrijpend wat dat gegrom en die ontblote tanden nu toch te betekenen hebben.
Het niet alleen laten geldt trouwens niet alleen voor kleine kinderen. Ook iets oudere kinderen kunnen nog niet altijd goed inschatten wanneer de hond er genoeg van heeft. Bij een wat dominante hond kunnen ook vervelende situaties ontstaan als ze iets van hem eisen waar hij geen zin in heeft. Bij afwezigheid van de dominante roedelleider zal de hond menen dat het kind zijn plaats in de rangorde niet kent en dat hij het hiervoor moet corrigeren.
Zoals bij de wolven gaat een lager geplaatste altijd naar een ranghogere toe. Laat kinderen dan ook nooit naar een hond toelopen. Bij gebrek aan overwicht worden de kinderen hierdoor in de ogen van de hond lager in rang, wat weer een gevaarlijke situatie kan opleveren. Laat ze de hond bij zich roepen. Hiermee bevestigen zij hun hogere rang en tenzij de hond er nare herinneringen aan heeft, zal hij (zeker als pup) het prachtig vinden om met kinderen te spelen.
Maak uw kinderen ook goed duidelijk dat de jonge hond nog zeer veel rust nodig heeft. Als hij slaapt, moeten ze hem dan ook rustig laten liggen. Als hij wakker wordt, begint hij vanzelf weer te spelen.

Lichaamstaal

Hieronder ziet u twee voorbeelden van lichaamstaal bij honden beschreven. Het betreft hier twee uitersten.
De dominante hond heeft een rechte lichaamshouding, met de oren en de mondhoeken naar voren, de staart en de haren op de rug omhoog.
De onderdanige hond heeft een gedrukte lichaamshouding, met de oren en de mondhoeken naar achteren, en de staart laag. Nog onderdaniger zou het zijn als deze hond op zijn rug ging liggen en zijn keel zou aanbieden.
Als uw hond tegenover u meestal een dominante houding aanneemt, moet u goed op uw hoede zijn. Waarschijnlijk is hij bezig de baas in huis te worden, met alle gevaren voor hem en uzelf van dien. Het is tijd de touwtjes weer duidelijk in handen te nemen. Een paar manieren hiertoe:

 

  • Negeer hem als hij om aandacht vraagt (draai uw hoofd “hoog” af, met de neus in de lucht), of stuur hem weg, in zijn mand.
  • Als u hem toch aandacht wilt geven, roept u hem na 5 minuten alsnog uit zijn mand. U laat hem zitten voor u hem aanhaalt.
  • Hij eet altijd na u.
  • Voor wat hoort wat, ook bij het eten. Laat hem zitten of, beter nog, gaan liggen voordat u de bak neerzet. Hij mag pas eten als u het zegt.
  • Met spelen wint u altijd. Laat hem ook tussendoor nooit winnen. Na het spelen bergt u het speeltje waar het om ging weer op. Het is van u!
  • · Hij mag beslist niet (meer) op de bank of bij u in bed. Dan kan hij zich namelijk letterlijk boven u stellen, wat hem een lekker dominant gevoel geeft.
  • U gaat als eerste het huis of de kamer in en uit.
  • U zorgt ervoor dat hij u altijd gehoorzaamt. Geef hem niet de kans onder uw commando uit te komen.


De bedoeling van dit alles is dat u weer duidelijk het leiderschap op u neemt. De hond mag absoluut geen kans meer krijgen om het initiatief te nemen. Alleen u mag dat doen.
Overigens moet u een dominante hond niet met een attente hond verwarren: de oren staan naar voren, de rest is dan meestal in “neutrale” stand (niet dominant, niet onderdanig).
Als u uw hond corrigeert en hij neemt een deemoedige houding aan, straf hem dan niet verder. Het bericht is dan al doorgekomen, en verder corrigeren maakt uw hond onzeker.
Nog even een misverstand uit de wereld helpen: kwispelen is niet altijd teken van vrolijkheid en vriendelijkheid, maar vaak gewoon van opwinding. Ook agressie is opwindend, dus het kan goed zijn dat als uw hond heel hoog staat te kwispelen naar een andere hond, hij op het punt staat te gaan knokken!

Bij alle honden is deze lichaamstaal terug te vinden. Iets om bij stil te staan is echter wel, dat bijna iedere rasstandaard weer een verschillende stand van oren en staart voorschrijft (indien deze al niet gecoupeerd wordt). Ook de vacht kan voor verwarring zorgen, doordat deze het zicht op zijn lichaamstaal kan ontnemen (een extreem voorbeeld hiervan is de Bobtail). Voor een pup is het zeer belangrijk dat hij de eerste paar maanden zoveel mogelijk verschillende honden(rassen) meemaakt, zodat hij al deze verschillen kan leren kennen en hij later alle honden die hij tegenkomt goed kan begrijpen.